Dit jaar zijn we samen bezig met de Bijbel. In deze rubriek ‘Wonen in de Psalmen’ zal elke maand iemand op de foto gaan bij zijn of haar huisnummer, met daarbij een zin of een woord uit de psalm die bij dat nummer hoort – iets wat hen raakte nadat ze de psalm aandachtig hadden gelezen. Everien woont in Psalm 16.
Everien woont in Psalm 16
‘Steeds houd ik de Heer voor ogen, met Hem aan mijn zijde wankel ik niet.’
De verzen 7, 8 en 9 geven een groot vertrouwen weer in mijn Heer. Wat ik doe, waar ik ook ga, ik kan Hem in alles vertrouwen.
In de lijdenstijd naar Pasen werd het weer zo duidelijk dat we zeer te prijzen mensen zijn. Dat Zijn grote liefde voor ons wel heel bijzonder is. Dat Hij deze weg moest gaan voor mij? Dat is niet te vatten. Het maakt me elke dag weer dankbaar dat ik Hem als mijn Heiland ken en Hem aan mijn zijde weet.
Betekent dat dan dat mijn leven hier zonder zorgen, verdriet, eenzaamheid en pijn is? Absoluut niet. Ieder mens kent moeite en zorg, alleen weet ik dat ik hierin nooit echt alleen sta.
Boven deze psalm staat: “Een stil gebed van David”. Ik zie het als een gebed in gedachten, soms zonder woorden. Alleen de wetenschap dat Hij bij me is geeft me rust. Dat kan al voldoende zijn.
In vers 11 staat: ‘U wijst mij de weg naar het leven’. Dan vraag ik me niet af ‘Hoe dan?’, maar weet ik dat het gewoon zo is!
In dit leven ontmoet je mensen, kom je in situaties, word je soms getrokken naar mensen in nood, zonder dat je dat van te voren kon bedenken. Dan zie ik daarin, vaak achteraf, Zijn leiding. In de gewone dingen, zelfs tijdens het wandelen in de omgeving.
Als ik lees ‘daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel’ dan uit zich dat bij mij door echt te zingen. Lofliederen, liederen waarbij alle eer gaat naar de Heer, die ook voor mij aan het kruis is gestorven en weer is opgestaan.
Dit is de zevende aflevering in deze serie Wonen in de Psalmen. We woonden al in Psalm 117, Psalm 28 , Psalm 44 , Psalm 24 en Psalm 27 en Psalm 20.